Translate

woensdag 17 juni 2015

Campgrounds

Iedere avond is het weer een verrassing waar we terechtkomen. Van huis uit hadden we een paar campings besproken en daardoor konden we op internet wel een beetje zien hoe ze eruit zagen. Maar de meeste prikken we toch hier door in het grote groene boek te kijken, waar we de Amerikaanse bladzijden hebben uitgehaald. We bepalen, mede aan de hand van ons reisschema, waar we de volgende avond willen zijn en zoeken dan een campground die ons lijkt te passen. Vooral op basis van de faciliteiten. In Provincial Parks is er bijvoorbeeld bijna nooit stroom voorhanden en dat hebben we af en toe wel nodig om laptop en iPad op te laden. (Camera en iPad lukt ook via de sigarettenaansteker in de RV.)

We hebben op grote en kleine campgrounds gestaan, op grasveldjes, aan een rivier en een meer, tussen de bomen en op combinaties daarvan, onderaan een hoge besneeuwde berg bijna op het golfterrein. Je hebt op campings met bomen verschillende typen plaatsen voor RV's: back-ups, daar moet je achteruit inrijden, of pull-throughs, waar je als het ware doorheen rijdt. Bij elke plek hoort een picknicktafel. In rijen tussen heggetjes staan, zoals je op de grote campgrounds langs de weg nogal eens ziet, hebben we nog kunnen voorkomen. De laatste camping, in Vancouver, als we de RV moeten schoonmaken, is wel op die manier ingericht.

Omdat we duidelijk in het voorseizoen zijn, is het vrijwel overal heel rustig. Een aantal campings en ook "attracties" zijn zelfs nog niet open. Op twee plaatsen was de camping (bijna) vol, maar dat was dan ook in Banff en Jasper. In Jasper hadden ze daarom maar de winter-parkeerplaats van het National Park geopend: daar zijn stroomvoorzieningen en dus stonden we, weliswaar ruim, mannetje aan mannetje op het asfalt. De camping in Fort St James was bijna vol, maar niet met toeristen. Hier waren het seizoensarbeiders die hun trailer (een soort caravan die vastgemaakt wordt op de pick-up, de meest voorkomende auto hier) meenemen in het kader van "mens volgt werk" (zo'n ROC-kreet). 

Dat valt trouwens wel op: bij heel veel huizen staan RV's of trailers, ook wel te verschroten, maar meestal gebruiksklaar. Canada is een groot land met een andere arbeidsmoraal: het is hier duidelijk gewoner om delen van het jaar elders te werken en wat is er dan handiger dan je eigen huis meenemen. Daarbij komt nog dat veel werkers, zoals aan de weg of in een National Park, 's avonds niet even naar huis kunnen. Daarvoor zijn de afstanden veel te groot. We zagen zelfs wegwerkers die hun vrouw bij zich hadden. Andersom vast ook wel, want er waren ook veel vrouwelijke werkers aan de weg.

Een aantal campgrounds hebben we betaald door geld in een envelop te doen en die in een soort kluisje te gooien. Op de meeste campgrounds word je allerhartelijkst ontvangen door de eigenaars, ook weer allerlei verschillende mensen. Bij Dutch Lake was er een vriendelijke Chinees die niet zoveel wist van de omgeving, in Valemount een aardige oude dame die ons op haar golfkarretje voorging naar #6 Whisky Road. Op Anderson Creek Campground bij Hell's Gate werden we verwelkomd door een ruige oudere man, behulpzaam met alles. In de National Parks staan veelal jonge mensen aan de balies en bij de ingangen. Bij Columbia Icefields vertelde een meisje dat ze daar met 104 mensen werkten uit allerlei verschillende staten en landen. Zij was de enige uit Alberta (de staat waarin dit deel van de Rocky Mountains ligt), maar ze had ook collega's uit bijvoorbeeld Finland en Australiƫ.

Wat betreft de wasgelegenheden en toiletten: die zijn altijd schoon, ook als ze wat ouder zijn, zoals bij Whispering Willows, een kleine campground waar we lange tijd de enige bezoekers waren, op de vele groundsquirrels na. Het is er altijd fris en verzorgd. Dat betekent niet dat ze tien keer per dag schoongemaakt worden, zoals je dat ziet in Nederland. Nee, de bezoekers laten hier duidelijk beter de boel achter zoals ze die hebben gevonden. 

Nu gaan we op weg naar de kust, kijken wat ons daar wacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten